In 2015 kwam Robbert Jan van den Bos voor het eerst met Vigor in aanraking toen hij er een EVC-traject volgde om zich als schoolleider te kunnen laten registreren. Hij werd meteen gevraagd of hij bij Vigor aan de slag wilde gaan als assessor. Die uitdaging nam hij maar al te graag aan. Inmiddels heeft hij, 68 jaar jong, besloten om het wat rustiger aan te gaan doen. Alle reden om samen met hem terug te kijken op een bewogen periode.

Na zijn PABO-opleiding en het behalen van zijn doctoraal pedagogiek kwam Robbert Jan in het speciaal onderwijs terecht, waar hij jaren met veel plezier werkte. Eerst als leerkracht, later als directeur. “Ik ben een laatbloeier. In een verslag van mijn vroegere basisschool schreef men ooit: ‘ULO/HBS is absoluut niet haalbaar voor dit dromertje’. Uiteindelijk ben ik er, stap voor stap, toch gekomen, simpelweg door mezelf te blijven ontwikkelen en op zoek te gaan naar onbenutte kansen.” In zijn laatste baan als directeur had hij het erg naar zijn zin. “Ik had altijd wel een goede reden om niet iets anders te gaan doen. Tot het aanbod van Vigor kwam, dat was een uitdaging die ik niet kon laten gaan.”

Een verrijking

“Vooral de overall benadering van Vigor, waarin ook beroepsoverstijgende competenties een plek hebben, spreekt mij aan. Ik heb in mijn loopbaan talloze gesprekken gevoerd met mensen over hun competenties maar altijd gekoppeld aan hun functie. Hier ging het voor het eerst ook om generieke competenties die daar los van stonden, dat was voor mij helemaal nieuw. Door deze manier van denken krijg je zicht op alle kwaliteiten die mensen hebben. De jaren bij Vigor zijn voor mij persoonlijk dan ook een enorme verrijking geweest. Ik heb de kans gekregen om heel veel nieuwe dingen te leren. Specifiek de samenwerking met andere assessoren heb ik als zeer waardevol ervaren. Die is in mijn optiek van wezenlijk belang. Door gebruik te maken van elkaars kennis en kunde versterk je elkaar en zie je weer andere mogelijkheden. Als gevolg van corona waren er de afgelopen jaren helaas minder gelegenheden om elkaar fysiek te ontmoeten. Daar staat tegenover dat we in rap tempo een alternatieve werkwijze, via Zoom, hebben ontwikkeld. We hebben ervaren dat Zoom in de meeste gevallen een goed instrument is voor voeren van EVC-gesprekken, zonder dat het afdoet van het resultaat.”

Puzzelen als professie

Wat vond je zo leuk aan het werk als assessor? “Ik houd van puzzelen, dat heb ik in het speciaal onderwijs feitelijk ook voortdurend gedaan. Soms was ik dagen bezig om een verslag tot in de puntjes uit te werken. Ik heb heel veel bijzondere gesprekken gevoerd met uiteenlopende mensen. Van een vrouw met hersenletsel die de leerkrachten van de kleuterklassen ondersteunde bij hun werk, waarvan de schoolleiding bijvoorbeeld graag wilde weten wat voor soort werk ze haar konden toevertrouwen, tot een ervaren schooldirecteur die al op een hoog niveau functioneerde en ons verslag aangreep om zich nog verder te gaan ontwikkelen. Het is steeds weer de kunst om te kijken wat mensen nodig hebben en wat ze nog moeten leren om een niveau hoger te komen. In het verslag beschrijf ik dan ook niet alleen datgene wat iemand al goed doet maar ook de ontwikkelpunten, om ze zo te prikkelen kritisch naar zichzelf te kijken. Het is fantastisch om te zien hoeveel energie dat genereert en het geeft voldoening als mensen enige tijd later weer terugkomen en je ziet dat ze er – met succes – vol enthousiasme mee aan de slag zijn gegaan.”

Herregistratie schoolleiders primair onderwijs

Zijn laatste wapenfeit is de nieuwe aanpak die hij samen met een collega heeft ontwikkeld om schoolleiders weer afdoende te kunnen kwalificeren in het licht van de eind 2020 geïntroduceerde nieuwe beroepsstandaard voor schoolleiders in het primair onderwijs. “Er is een audit geweest vanuit het Schoolleidersregister PO. Volgens hen past alles naadloos in elkaar, dat is een mooi compliment. Ik heb de neiging om te blijven verbeteren maar dat ga ik in dit geval niet doen. Ik heb het overgedragen aan anderen en laat het nu aan hen over. Het is een natuurlijk moment om afscheid te nemen.”

Tijd voor iets anders

Wat mis je tot nu toe? “Natuurlijk de boeiende gesprekken met mensen van allerlei pluimage. Tegelijkertijd is het goed dat ik er een punt achter heb gezet. Ik kan nu samen met mijn vrouw, die eveneens met pensioen is gegaan, andere dingen gaan doen. In die zin is het ook wel iets dat je jezelf afdwingt. Niet werken heb ik tot op heden altijd vermeden. Mijn vrouw en ik hebben het inmiddels een half jaar kunnen ervaren en ik moet zeggen: het bevalt me eigenlijk wel.” Zijn vrouw richt zich op de keramiek en Robbert Jan heeft zich – naast het wandelen en fietsen (“perfect om het hoofd leeg te maken”) – gestort op “het bakken van het perfecte Franse brood”, zoals hij het zelf formuleert. “Ik ben volop aan het experimenten en aan het ontdekken. Dat vind ik gewoon leuk.” En stiekem houdt hij het lijntje met Vigor nog in stand. “Ik heb aangegeven dat ik ze me voor korte klussen mogen benaderen. Zo houd ik de mogelijkheid om toch weer terug te komen,” sluit hij lachend af. “Voor het geval ik in het voorjaar genoeg heb van het niets doen.”