Om haar werk als jeugdprofessional te kunnen blijven uitvoeren volgens de richtlijnen van het SKJ (Kwaliteitsregister Jeugd), had Lian van Gijsel een SKJ-registratie nodig. Kortgeleden behaalde ze haar certificaat jeugd- en gezinsprofessional via een EVC-traject. Het EVC-onderzoek vond volledig coronaproof plaats: via videobellen. In deze blog vertelt Lian over haar ervaringen met deze nieuwe vorm van onderzoek.

Lian van Gijsel werkt al zesenhalf jaar bij Zorgverlening PGZ, een organisatie die gespecialiseerd is in de begeleiding en behandeling van kinderen, jongeren en volwassenen met autisme. “Omdat de organisatie SKJ-geregistreerd is, moet iedereen die met kinderen en jongeren onder de 18 jaar werkt en nog geen registratie in het Beroepsregister Jeugdzorg heeft, dat binnen vijf jaar alsnog behalen,” vertelt Lian aan de telefoon. “Zelf heb ik wel twee jaar een hbo-opleiding gevolgd, maar die heb ik nooit afgemaakt. Bovendien is het dertig jaar geleden. Een collega van mij had een EVC-traject gedaan en dat leek me wel wat.”

Persoonlijke aanpak

EVC Centrum Vigor sprak haar aan door de persoonlijke aanpak. Lian: “Er kwam zelfs iemand bij mij thuis voor de intake. Dat was nog vóór de coronatijd, dus toen kon dat nog. Het gesprek verliep heel natuurlijk en ontspannen, waardoor ik helemaal mezelf kon zijn. Het voelde meteen goed.”

Extra spannend

En toen brak de coronapandemie uit. Plotseling konden intakes en EVC-onderzoeken niet meer fysiek plaatsvinden, maar werden ze online uitgevoerd. “Daar had ik natuurlijk van tevoren helemaal geen rekening mee gehouden,” zegt Lian. “Ik had nog nooit gebruikgemaakt van Zoom. Daarom vond ik het onderzoek extra spannend. Maar het viel me honderd procent mee. De assessoren waren ontspannen en het voelde al snel heel vertrouwd. Na tien minuten had ik al niet meer in de gaten dat er een scherm tussen ons in zat.”

Sparren met een collega

Bij het onderzoek waren twee assessoren betrokken. “We zaten alle drie in onze eigen woning,” vertelt Lian. “Een van de assessoren was vakinhoudelijk deskundig en stelde vooral vragen over mijn vakgebied, de ander richtte zich juist op de beroepsoverstijgende competenties. Het eerste gedeelte van het gesprek ging over mij persoonlijk, hoe ik ben als persoon, waarom ik bepaalde beslissingen heb genomen. Daarna ging het meer over werkgerelateerde zaken. De assessoren vulden elkaar aan en waren heel goed op elkaar ingespeeld. Het was écht een leuk gesprek. Het voelde heel natuurlijk, alsof ik met een collega aan het sparren was.”

Niet veel verschil

Hoe kijkt Lian nu terug op haar online EVC-onderzoek? “Eerlijk gezegd dacht ik op voorhand dat een videogesprek minder prettig zou zijn dan een fysieke ontmoeting,” bekent ze. “Maar dat viel dus enorm mee. Ik vind dat ik tijdens het onderzoek goed tot mijn recht heb kunnen komen. We hebben zeker drie uur lang met elkaar gepraat en ik had alle gelegenheid om dingen verder uit te diepen en toe te lichten. En omdat je elkaars gezicht ziet, kun je als kandidaat ook wel opmaken of het gesprek de goede kant uitgaat. Voor mij heeft het uiteindelijk dus niet veel verschil gemaakt.”

Enthousiast

Een paar dagen na het onderzoek volgde nog een telefonisch evaluatiegesprek. “Wat ik heel leuk vond, was dat de assessoren me vertelden dat ze door mijn verhalen zo enthousiast waren geworden over mijn werk.” Inmiddels heeft Lian te horen gekregen dat het onderzoek goed is verlopen en dat ze haar vakbekwaamheidsbewijs binnen heeft. Ook maakt ze tegenwoordig regelmatig gebruik van videobellen. “Besprekingen, gesprekken met ouders en andere betrokkenen zoals leerkrachten doen we online. Maar met Vigor was het voor mij dus echt de eerste keer. Ik had van tevoren nooit gedacht dat het zo snel vertrouwd zou voelen.”