Het zorgen zit bij de 61-jarige Lia Geerlings in het bloed. Na een bewogen loopbaan is zij in 2007 gestart als huishoudelijk medewerker bij Stichting Dichterbij. Op de woonlocatie voor mensen met een lichte verstandelijke beperking had ze het erg naar haar zin en ze werkte zich op tot ondersteunend begeleider. Al snel bleek dat zij veel meer in haar mars had. Dankzij een EVC-traject kreeg ze een Vakbekwaamheidsbewijs Arbeidsmarktroute – welke equivalent is aan een diploma – en vervult ze inmiddels met trots de functie van begeleider.
Na het afronden van de huishoudschool ging Lia Geerlings meteen aan het werk. “Dat was niet helemaal mijn eigen keuze, er was in ons gezin simpelweg geen geld om te studeren.” Van huttenmeisje op een schip tot winkelmedewerkster; Lia pakte alles aan wat ze kon. Toen ze in een bejaardenhuis aan de slag ging, op dat moment nog in de keuken, wist ze dat ze haar roeping had gevonden. Ze vervolgde haar pad naar de thuiszorg voor ouderen, maar toen ze een eigen gezin stichtte, ontstond en er een onderbreking van haar loopbaan.
Stichting Dichterbij
In 1999 pakte ze de draad weer op, deze keer kwam ze bij een daklozenopvang terecht. “Dat was een Melkert baan dus helaas hield dat na drie jaar op. Via Stichting Voor Werk kreeg ik de kans les te geven in de vakken horeca, schoonmaak en creatief aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Toen de stichting failliet ging, zat ik weer thuis. Totdat ik in contact kwam met Sabine, manager bij Stichting Dichterbij. Er kwam een functie vrij als huishoudelijk medewerkster bij een woonlocatie, zo kwam ik daar binnen.”
De keuze
Langzaam maar zeker pakte Lia steeds meer andere werkzaamheden op. “Ik volgde bovendien de opleiding Zorg en Welzijn (niveau 2) zodat ik per 2010 officieel in dienst was als ondersteunend begeleider.” In de praktijk draaide ze echter volwaardig mee als begeleider. Door het ontbreken van een diploma werd ze niet betaald op het niveau van begeleider. “Mijn leidinggevende vond dat oneerlijk. Ze polste of ik geen nieuwe opleiding wilde volgen, maar dat zag ik op mijn leeftijd niet meer zitten. Toen opperde ze het idee om een EVC-traject te doen. Na even twijfelen ben ik daarmee akkoord gegaan.”
Je leven als leerervaring
In december 2019 had ze het intakegesprek. “Daarbij legde mijn Vigor begeleider uit wat ik precies kon verwachten van het traject. Vervolgens volgde een uitgebreid gesprek met twee assessoren; de een keek vooral naar mij als mens, de ander beoordeelde mijn vaktechnisch functioneren. Eerst kreeg mijn leidinggevende de gelegenheid om te vertellen wat mijn sterke en zwakke punten waren, daarna was ik aan de beurt. Mijn hele levensverhaal passeerde de revue. Ik heb best veel meegemaakt. Mijn vader is op jonge leeftijd overleden en mijn moeder zat regelmatig in een inrichting omdat ze psychisch niet in orde was. Als kind nam ik al snel de zorg voor mijn moeder en mijn twee broers op me. Ook op latere leeftijd fungeerde ik als mantelzorger voor mijn moeder. Dat heeft me gevormd.”
Bewijs verzamelen voor het EVC-onderzoek
“Voor de vaktechnische beoordeling heb ik verteld wat ik allemaal doe. En dat is veel. We staan iedere ochtend en middag met slechts twee begeleiders op de groep. In totaal wonen er twintig cliënten in de appartementen in ‘onze’ flat dus dat is best aanpoten. Daarnaast ben ik ook nog contactpersoon voor een aantal cliënten dat zelfstandig op ons terrein wonen. Ik moest tevens complimenten verzamelen bij de mensen om me heen. En ik moest bewijs bij elkaar zien te krijgen om aan te tonen wat ik deed en kon; van een rapportage over een cliënt tot een training en notulen van een vergadering. Dat was behoorlijk veel werk. De vaktechnische assessor stelde tijdens het EVC-onderzoek allerlei vragen zoals: Hoe reageer je als een cliënt zich agressief gedraagt? Wat doe je als iemand een hartaanval krijgt? Het kwam allemaal aan de orde. Op een gegeven moment was de eindrapportage klaar en werd deze ter goedkeuring aan mij voorgelegd. In mei 2020 kreeg ik het bericht dat ik met vlag en wimpel gekwalificeerd was als Begeleider specifieke doelgroepen. In juni mocht ik mijn Ervaringscertificaat in ontvangst nemen.”
Meer dan alleen een diploma
“Ik ben ontzettend blij dat ik het EVC-traject heb gedaan. Ik ben nu officieel Begeleider specifieke doelgroepen met bijbehorend salaris. Mijn takenpakket is ook uitgebreid; laatst heb ik bijvoorbeeld het epilepsieprotocol aangepast van een cliënt, dat deed voorheen onze DVC-er. Ook persoonlijk heeft het me veel gebracht, vooral qua bewustwording en weerbaarheid. Het is een bevestiging dat ik dit werk goed doe, ook al had ik de juiste papieren niet. Ik voel me nu dan ook een stuk zekerder van mezelf. Op deze manier moet ik het makkelijk kunnen volhouden tot aan mijn pensioen!”