Waarom willen werkgevers een EVC of Skillsbewijs?
Een promotie. Functiebenoeming. Een kwalificatie behalen. Doorgroeien. Allemaal verschillende redenen waarom een EVC-traject wordt aangevraagd. Veruit de meeste aanvragen komen van werkgevers en brancheorganisaties. Zoals zo vaak ligt achter deze (aan)vraag nog een vraag.
Want waar gaat het werkgevers en brancheorganisaties nu echt om?
De ervaring leert dat de achterliggende vraag meestal is of een medewerker een diploma of certificaat kan behalen. Of welke verantwoordelijkheden de werkgever kan toevertrouwen aan de medewerker.
Ja duh… logisch, denk je nu vast.
Toch is het belangrijk om hier even bij stil te staan. Om niet uit het oog te verliezen wat het doel moet zijn van een EVC en voor wie we dit doen als het gaat om het valideren van competenties, het goedkeuren van ‘bewijzen’.
Papieren werkelijkheid
Dit brengt ons bij het portfolio. Het toont aan dat iemand ervaringen heeft en iets gedaan heeft, maar niet of iemand goed is. Eigenlijk is een portfolio ‘op zich’ een papieren werkelijkheid. Een die alleen geen antwoord geeft op de vraag of en welke verantwoordelijkheid je iemand kan geven. Daar is meer voor nodig.
Cognitieve (scholings)toetsen zeggen alleen dat iemand kennis heeft en niet of iemand goed handelt. Daarvoor is een proeve van bekwaamheid in de praktijk nodig en ervaringen met kritische beroepssituaties. Vooropleidingen zeggen natuurlijk iets over het leervermogen en over de theoretische kennis. Maar niets over de inzetbaarheid. Kijk maar naar het percentage leerkrachten en verpleegkundigen dat binnen vijf jaar uitvalt…
Portfolio als kapstok
Referenten die de EVC-kandidaat heeft opgegeven, geven wel informatie maar meestal hebben ze een belang en daar mag je niet alleen op vertrouwen. Wel geven ze een externe blik op de verantwoordelijkheden en op de werkcontext, als je goed doorvraagt. We vragen (zeg maar rustig ‘zagen’) door op nuances en op zaken die onduidelijk zijn. Samen met het aangeleverde portfolio krijgen onze assessoren dan al een beetje een beeld van de kandidaat.
Vervolgens voeren twee van onze assessoren, ervaren mensen uit het vak, een uitvoerig gesprek met de kandidaat. Deze doorgewinterde experts kennen alle valkuilen en kritische beroepssituaties en zijn in staat methodisch de grenzen te verkennen. Het portfolio vormt daarbij het haakje, of de kapstok, voor de inhoud van dit gesprek.
Ontwikkelen gaat verder dan leren
Onze assessoren richten zich in het gesprek op de ontwikkeling die de kandidaat heeft doorgemaakt tijdens zijn leven tot nu toe. Een EVC geeft tenslotte richting aan de ontwikkeling van werkenden. Dat is uiteindelijk de essentie van een leven lang ontwikkelen (LLO). Mensen ontwikkelen het merendeel van hun competenties nadat ze hun opleiding hebben verlaten. Ontwikkelen is veel breder dan leren. Leren gaat over het vergroten van kennis en dit omzetten in gedrag. Ontwikkelen daarentegen betekent dat de kennis en het gedrag is geïntegreerd. Je hebt deze je eigen gemaakt; intrinsiek.
Dus vragen we door als de kandidaat vertelt hoe hij of zij tot keuzes is gekomen. Hoe gehandeld is tijdens werk- en privésituaties, wat daarvan is geleerd en waarom de kandidaat bepaalde verantwoordelijkheden krijgt toevertrouwt.
Onze assessoren onderzoeken ook of de kandidaat nog op een ander niveau, anders dan het beroepsprofiel, kan werken. Met andere woorden: welke beroepsoverstijgende competenties signaleren we? We geven daarmee ruimte voor de bevestiging van horizontale én verticale groei. Elders verworven competenties zijn dan een verrijking in plaats van een tekortkoming. Ze leveren een bijdrage aan wendbare en bewuste professionals op de arbeidsmarkt.
Antwoord geven
Onze EVC-trajecten gaan dus verder dan het afvinken van de portfolio-eisen. Met een timmermansoog kijken we holistisch naar het totale functioneren van de EVC-kandidaat. En we omschrijven de inzetbaarheid door aan te geven welk niveau de werkende kan worden toevertrouwd. Met een mix van instrumenten – portfolio, gesprekken en criteria – bekrachtigen we de onderliggende diploma’s en beroepsproducten. Alleen op deze manier kunnen we antwoord geven op de vraag van onze opdrachtgevers én recht doen aan de ontwikkeling die de werkende heeft doorgemaakt.
Vincent Hoeksema
Algemeen directeur EVC Centrum Vigor