Medewerkers in de zorg moeten aan steeds strengere eisen voldoen. De juiste papieren bijvoorbeeld. Dat ondervond ook Astrid van Telgen, die met haar vader een zorgboerderij runt. Voor ervaren medewerkers die nog niet beschikken over een erkend diploma, biedt een EVC-traject uitkomst.

Samen met haar vader heeft Astrid van Telgen een zorgboerderij in Lelystad, Hoeve Vredeveld. Astrid: ‘Wij ontvangen volwassenen, jongeren en kinderen die net wat extra zorg of aandacht nodig hebben, maar toch graag op een boerderij aan de slag willen. Iedereen kan bij ons op z’n eigen niveau aan het werk. We verzorgen de dieren, werken met planten in de tuin en kas, doen allerlei creatieve en technische activiteiten en zorgen samen voor het reilen en zeilen van de boerderij en de winkel.’

Kwaliteitsregister Jeugd

Om dat alles in goede banen te leiden, werken op de zorgboerderij vijftien begeleiders. Astrid: ‘Onze medewerkers hebben jarenlange ervaring met het begeleiden van deze mensen, maar daar hebben ze niet altijd een specifieke opleiding voor gevolgd. Terwijl er tegenwoordig steeds vaker om de juiste papieren wordt gevraagd. Zo moesten we ons, omdat we ook kinderen ontvangen, laten registreren in het Kwaliteitsregister Jeugd. Daar heb je een hbo-diploma in de zorg voor nodig. Maar niemand van ons beschikte daarover.’

Precies dat ene papiertje

Samen met twee medewerkers besloot Astrid zich aan te melden voor een EVC-traject bij Vigor. ‘Zelf heb ik de Hogere Landbouwschool gedaan, een hbo-opleiding. Ik heb inmiddels twaalf jaar ervaring op de zorgboerderij, maar dat telt niet mee; je hebt gewoon precies dat ene papiertje nodig.’ Een van de twee medewerkers ging voor haar SPH-vakdiploma om ingeschreven te kunnen worden in het Kwaliteitsregister Jeugd. Astrid ging evenals haar andere collega voor het mbo-diploma niveau 4, persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen.

Grondig beeld

Hoe zag het EVC-traject eruit? Astrid: ‘Het begon met een intake op onze boerderij. Ik had een portfolio samengesteld met relevante bewijsstukken, van vrijwilligerswerk tot bestuurswerk en natuurlijk van alles wat te maken heeft met mijn werk op de boerderij. Na de intake volgde een interview met twee assessoren. Vervolgens spraken ze uitgebreid met collega’s en met mijn vader. Ook keken ze uitvoerig rond op de boerderij. Zo kregen ze een grondig beeld van mijn werk.’

Waardevolle inzichten

Het assessment leverde Astrid een aantal waardevolle inzichten over haarzelf op, vertelt ze. ‘Door de manier van vraagstelling kwamen er vaardigheden en kwaliteiten ter sprake waar ik zelf niet zo snel aan had gedacht, vooral doordat de assessoren zo goed wisten door te vragen.’

Verbeterpunten

Na het assessment ontvingen de drie deelneemsters een uitgebreid verslag met hun kwaliteiten en verbeterpunten. ‘Die verbeterpunten zijn we vervolgens deels samen, deels onafhankelijk van elkaar gaan oppakken,’ vertelt Astrid. ‘Mijn algemene kennis over de achtergrond van bepaalde ziektes en aandoeningen was bijvoorbeeld nog wat beperkt, zo bleek. Ik ben me daarin verder gaan verdiepen, waarbij ik me vooral heb gericht op autisme.’

Met z’n drieën

Ook gingen ze met z’n drieën aan de slag. Zo moest een van Astrids collega’s aantonen dat ze over coördinerende vaardigheden beschikt. ‘Zij heeft een systeem opgezet waarbij we elke week met alle collega’s samen een half uurtje bijpraten over het werk. De andere medewerker heeft zich verder verdiept in begeleidingstechnieken en ons daarover vervolgens een cursus

Intensief proces

Astrid kijkt met een positief gevoel terug op het EVC-traject. ‘Na afloop hadden we alle drie ons vakdiploma in handen. Over het algemeen is het me allemaal erg meegevallen. Wel vond ik het een intensief proces, maar het was vooral erg waardevol. We zijn tot nieuwe inzichten gekomen, zijn nieuwe dingen gaan doen. Daar hebben we met z’n allen veel baat bij.’