De arbeidsmarkt vraagt meer dan ooit om flexibiliteit. Daarom moeten we, als mensen de overstap naar een andere sector overwegen, veel meer kijken naar senioriteit, betoogt Erik Kaemingk. “Want daarmee voorkom je dat mensen onnodig lange opleidingstrajecten moeten volgen.” Lees hier zijn verhaal.

Als je al op de zolder bent, waarom zou je dan via de kelder naar een volgende kamer moeten gaan? In een van onze eerdere blogs stelde EVC-directeur Klaas Hoeksema die vraag al. Een vraag die nu in de coronacrisis misschien wel relevanter is dan ooit. “Want in verschillende branches verliezen mensen nu hun baan, terwijl in andere sectoren de vraag naar personeel hoog blijft. En wanneer je als zij-instromer de stap naar een ander vakgebied overweegt, terwijl je inmiddels de nodige ervaring hebt opgedaan, waarom zou je dan helemaal opnieuw een opleiding moeten gaan volgen?” Aan het woord is Erik Kaemingk, onafhankelijk adviseur leven-lang-ontwikkelen en EVC, en directeur van Bureau2Go. Hij schreef hierover recent een artikel in het vakblad Examens (“Weten hoe de hazen lopen”, Vakblad Examens, mei 2020).

Niet opnieuw leren

Erik vervolgt: “Bij EVC meten we, om te bepalen hoe ver iemand is in zijn professionele ontwikkeling, zowel vakinhoudelijke als beroepsoverstijgende competenties. Maar daarnaast speelt ook senioriteit een belangrijke rol. En wanneer iemand de overstap wil maken naar een ander vakgebied, gaat met name die senioriteit hem helpen. Want senioriteit raak je nooit meer kwijt.” Als voorbeeld noemt hij iemand van veertig jaar die de overstap wil maken naar het onderwijs. “Dan neem je al zoveel mee vanuit je beroepspraktijk, dat je een heleboel zaken niet meer opnieuw hoeft te leren. Terwijl een opleiding er veel te veel vanuit gaat dat je die stap in senioriteit nog moet gaan maken.”

Op een andere plek

Door de coronacrisis krijgen we na lange tijd weer te maken met overschotmarkten, zegt Kaemingk. “Een flink aantal bedrijven gaat het heel moeilijk krijgen, waardoor ze mensen moeten laten gaan. In een aantal sectoren kunnen we nu al zien dat mensen tenminste tijdelijk op een andere plek moeten gaan werken. Denk aan de evenementenbranche. Het zal een hele tijd duren voordat die weer op het peil is van voor de crisis. Ondertussen zijn al die mensen elders hard nodig. En het zou toch zonde zijn als iemand eerst twee jaar naar de Pabo moet voordat hij in het onderwijs aan de slag kan? Terwijl iemand die uit de eventbranche komt, al gewend is om met mensen om te gaan. Hij is al gewend om met groepsprocessen om te gaan en sturing te geven. Zo iemand hoeft niet meer in de volle breedte opgeleid te worden.”

Vanaf dag één aan de slag

“Waar het om gaat,” stelt Kaemingk, “is dat we veel slimmer moeten worden in het snappen van wat die senioriteit voor betekenis heeft in een nieuw vak. We moeten toe naar een situatie dat we mensen niet meer terugsturen naar school, maar het mogelijk maken dat ze vanaf dag één in hun nieuwe vak aan de slag kunnen. Met een intelligent werk-leerprogramma waarin ze datgene wat nog ontbreekt kunnen bijleren, onder supervisie van anderen.”

Los van profielen

Hoe dat kan worden gemeten? “Door middel van EVC,” antwoordt Erik, “En daarbij moeten we nog beter dan nu in staat zijn om die senioriteit woorden te geven. In het schema dat de Pabo hanteert, wordt senioriteit niet gemeten. Ik pleit er dan ook voor dat we loskomen van de hbo- en mbo-kwalificatieprofielen, want zolang je dat doet blijf je mensen vergelijken met een profiel dat ontwikkeld is voor 23-jarigen. En dan mis je volledig dat iemand bijvoorbeeld in staat is om groepen te managen, of dat iemand in staat is snel kennis tot zich te nemen. Nu meten we dat niet, omdat het niet in het schema staat.”

Overstijgende manier

Hij besluit: “De tekortsectoren hebben nú een kans om mensen naar zich toe te trekken. En dat is dus mogelijk door hier op een overstijgende manier naar te kijken. Want senioriteit compenseert veel van wat er misschien aan feitelijkheden ontbreekt.”

Wil je meer weten? Neem dan contact met ons op.